Waarom we het in de winter over zomerhitte moeten hebben.De zomers worden warmer en dat voelen we vooral in de steden. Volgens experts zijn we nog niet goed voorbereid op wat die extreme hitte zou betekenen.

De stad lijkt in de hitte wel een canyon: zo'n rood rotsachtig landschap dat we kennen uit de Verenigde Staten of Australië. Daar is het al warm, maar doordat al die rotsen de warmte vasthouden en weerkaatsen, is het er nog warmer. In de stad, met weinig groen en de huizen dicht op elkaar, zie je dat ook.

Niet gek dat het wel 10 graden warmer kan zijn in de stad dan op het platteland. Dat heet het stedelijk hitte-eiland effect, legt universitair docent stedelijke bosbouw René van der Velde (TU Delft) uit. Van der Velde ziet dat hitte een steeds prangender probleem wordt. In negen van de tien zomers kunnen we in Nederland al spreken van een hittegolf.

De zomer van 2023 was een recordzomer, zelfs in september noteerde het KNMI een zeldzame hittegolf. Een logisch gevolg van de opwarming van het klimaat: sinds begin vorige eeuw is de temperatuur in Nederland al met gemiddeld 2,3 graden gestegen. Toch lijken we dat ieder jaar te vergeten – en we schrikken er ook nog steeds van.

Ook bij de beleidsmakers zien experts zoals Van der Velde dat een anticiperende blik ontbreekt. De lokale overheden zetten grote plannen op om voor 2050 'klimaatbestendig' te zijn. De gemeente, provincie en het waterschap zouden klaar moeten staan om elke droogteperiode, overstroming en hittegolf aan te kunnen. Maar hoewel we in Nederland goed om weten te gaan met water, staan we met hitte voor een nieuwe uitdaging.

Hoe die hitte eruitziet en hoe een stad toch koel kan blijven, en waarom we het ook in de winter daarover moeten hebben, bespreken podcastmakers Nienke Zoetbrood en Hannah van der Wurff met onderzoeker René van der Velde in de nieuwe aflevering van de Klimaatkwestie.